Zayco Barf Bones And Raw Food


bestellijst%20barf.pdf


WAAR STAAT BARF VOOR?
BARF betekent “Biologically Appropriate Raw Food” word ook wel bones and raw food genoemd. De BARF methode houdt in dat het menu voor de hond of kat zelf samengesteld wordt. Er wordt met een BARF menu gebruik gemaakt van vleesbot, spiervlees, orgaanvlees en aanvullingen zoals groenten, eieren en supplementen.


WAAROM BARF VOER?
De BARF methode is een hele bekende voedingsmethode. Argumenten om zelf een menu samen te stellen zijn er genoeg. Ten eerste is een hond een carnivoor. Een echte vleeseter dus. Het spijsverteringsstelsel van de hond lijkt nog steeds veel op die van de wolf. Daarom kan een hond rauw vlees heel goed verteren.
Het belangrijkste is dat je een menu evenwichtig opstelt zodat je huisdier voldoende en juiste voedingsstoffen binnenkrijgt. Hierbij is afwisseling met eiwitbronnen (diersoorten) belangrijk.
Een BARF menu invullen kan op veel manieren. BARF voor de hond of kat kent vele voordelen. Honden en katten weten een betere darmflora te realiseren als zij BARF voeding krijgen. Door BARF hondenvoeding te bieden, weet je zeker dat dit vrij is van overbodige geur-kleur en smaakstoffen. Daarnaast is BARF ideaal voor als u een eliminatie menu wilt volgen voor uw hond of kat.


VLEESBOT
Ongeveer 50% van het samengestelde menu hoort uit vleesbot te bestaan. Vleesbot is een belangrijke bron van calcium en fosfor in het menu. Vleesbot kan van allerlei diersoorten gebruikt worden. Wel is het belangrijk dat er op de hardheid van het bot gelet wordt. Voer van grote dieren alleen de niet-dragende botten, dragende botten van grote dieren zoals bijvoorbeeld rund en paard zijn te hard. Van kleine dieren of van jonge dieren kunnen de dragende botten vaak wel gevoerd worden. Uit ervaring kan er gezegd worden dat als je een bot met een snoeischaar niet makkelijk doorkrijgt het bot te hard is. Niet-dragende botten zijn botten die geen gewicht van het prooidier dragen. Denk hierbij aan ribben, schouderbladen, nek etc. Wil je op onze site al zien welke botten je wel goed kunt voeren aan jouw huisdier en welke botten je misschien beter niet kunt voeren aan jouw huisdier? Kijk dan naar het aantal botjes bij de productfoto's. Hoe meer botjes, hoe harder het vleesbot. Voor beginnende BARF'ers, jonge honden, katten en fretten zijn vleesbotten tot en met botje 3 geschikt om te voeren. Voor ervaren BARF etende honden zijn ook vleesbotten tot en met botje 4 geschikt om te voeren. Vijf botjes is zelfs voor zeer ervaren BARFers te hard om te verteren en dus alleen geschikt als kluifmateriaal.
Niet alle vleesbotten bevatten dezelfde verhouding vlees en bot, de ideale verhouding tussen vlees en bot is 1:1. Deze verhouding is belangrijk omdat bot veel calcium bevat en vlees veel fosfor, calcium en fosfor moeten in een bepaalde verhouding (1:1 – 1:2) aanwezig zijn in het menu om goed opgenomen te worden. Wanneer een bot weinig spiervlees bevat dient dit dus te worden aangevuld met extra spiervlees. Daarnaast zit in hard bot meer calcium dan in zacht bot. Het is belangrijk dat er goed gelet wordt op de ontlasting van de hond of kat, wanneer deze te hard is wijst dit vaak op teveel of te hard vleesbot in het menu. Vleesbotten mogen nooit gebakken, gekookt of verhit worden omdat de botten dan kunnen gaan splinteren, wat gevaarlijk kan zijn bij consumptie door het dier.


ORGAANVLEES
Een gebalanceerd menu bevat ongeveer 15% orgaanvlees. Het is belangrijk dat er gevarieerd wordt met verschillende organen zoals; hart, pens, niertjes, long en lever. Deze organen variëren in aminozuurprofielen en vitamines en mineralen. Lever is bijvoorbeeld een belangrijke bron van vitamine A, mede hierom adviseren we om lever te voeren maar niet meer dan 5%. Vitamine A (en D, E en K) zijn vet oplosbaar en kunnen dus over gedoseerd worden. Ook heeft lever een laxerend effect. Wanneer de hond of kat te dunne ontlasting heeft wijst dit vaak op een te hoog percentage orgaanvlees in het menu.


SPIERVLEES
Spiervlees is een belangrijke bron van aminozuren, zink en vitamine B12. Er wordt geadviseerd om ongeveer 30% spiervlees te voeren. Dit percentage is erg afhankelijk van de hoeveelheid spiervlees op de vleesbotten die gevoerd worden.

HOEVEEL MOET IK GAAN VOEREN?
Dit is de meest gestelde vraag. Daarom hebben wij hieronder een handig overzicht gemaakt met hoeveel vers vlees je aan jouw dier kunt geven. Let op: dit zijn slechts richtlijnen om mee te beginnen, mocht jouw dier iets gaan afvallen of aankomen dan kan je altijd minder of meer vlees gaan geven.
Soort Hoeveelheid per dag Hoe vaak voeren
Volwassen hond 25 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 1 of 2 maaltijden per dag
Actieve of kleine honden 35 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 1 of 2 maaltijden per dag
Puppies tot 4 maanden 50 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 4 maaltijden per dag
Puppies 4-7 maanden 40 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 3 maaltijden per dag
Puppies 7-12 maanden 30 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 2 maaltijden per dag
Drachtige en lacterende honden 35 gram per kg lichaamsgewicht Verdeeld over 1 of 2 maaltijden per dag

DE JUISTE AFWISSELING ZORGT VOOR EEN GEBALANCEERD MENU
Wanneer een dier brokken krijgt gevoerd dan zit hier een premix in van vitaminen en mineralen om er zo voor de zorgen dat het dier genoeg voedingsstoffen binnen krijgt. Bij vers vlees gaat dit vaak anders, de meeste vers vlees voeders bevatten geen premix. De dierlijke grondstoffen in deze producten bevatten van nature genoeg vitaminen en mineralen. Het is wel belangrijk om bij het voeren van vers vlees diersoorten af te wisselen om een gebalanceerd menu te maken. Verschillende soorten vlees hebben namelijk ook verschillende voedingswaardes. Zo bevat vis een hoog percentage omega 3 vetzuren en selenium, rood vlees bevat veel vitamine B12 terwijl licht vlees juist een hoog percentage vitamine B3 en B6 bevat. Door genoeg af te wisselen tussen diersoorten zorg je voor een gebalanceerd menu, dat alle voedingsstoffen bevat dat je hond of kat nodig heeft.
Dierlijke eiwitbronnen kunnen ingedeeld worden in verschillende categorieën. Dit zijn: rood vlees, licht vlees, wild en vis. Wij raden aan om iedere week minstens een soort eiwitbron uit iedere categorie te voeren. Let wel op met het voeren van vis, wij raden aan om niet meer dan 10% van het menu uit vis te laten bestaan.
Hieronder staat een overzicht met een aantal eiwitbronnen en in welke categorie deze horen.

ROOD VLEES
• Rund
• Lam
• Paard
• Eend

LICHT VLEES
• Kip
• Kalkoen
• Kwartel
• Konijn

WILD
• Haas
• Fazant
• Duif

VIS
• Zalm
• Vette vis (haring, makreel, sardine)

Zolang je vijf verschillende diersoorten voert over 2 weken tijd dan voer je compleet. Bijvoorbeeld: de eerste week voer je 2 dagen kip, 2 dagen rund en 3 dagen eend, de week daarna voer je 3 dagen lam en 1 dag vis. Zo heb je al 5 diersoorten gehad! Let wel, hoe meer afwisseling, hoe beter. Wij raden altijd aan om zoveel mogelijk diersoorten in het menu te betrekken.

bestellijst%20barf.pdf